Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Hij beneemt [43]den getrouwen de [44]spraak, en der ouden [45]oordeel neemt Hij weg. 43. Of, welsprekenden. Versta, degenen, die benevens dat zij kloek van verstand zijn om goeden en getrouwen raad te kunnen geven, ook gestadig zijn om daarbij te volharden, en welsprekend, om denzelven anderen vastelijk aan te raden; onder dezen zijn de getrouwe gezanten, van wie gesproken wordt Spreuk.25:13. 44. Hebreeuws, lip. Zie Gen.11:1, en boven, hfdst.2 vs.10. 45. Hebreeuws, smaak; maar bij gelijkenis wordt het woord ook gebruikt voor des mensen verstand, rede en oordeel, waardoor hij het goede van het kwade, en het eerlijke van het oneerlijke onderscheidt. Alzo Ps.119:66; Spreuk.11:22, en smaken voor oordelen, Spreuk.31:18.